Sociaal-emotionele begeleiding

Faalangstreductietraining

Faalangst is de angst om bij een taak te mislukken en ontstaat in situaties waarin de leerling op zijn prestaties wordt beoordeeld. Leerlingen met faalangst zijn bang dat ze door een slechte prestatie de waardering van hun ouders, klasgenoten en docenten verliezen. Ze blokkeren, haken af, gaan nieuwe uitdagingen uit de weg of werken juist zo hard dat ze zelden nog ontspannen zijn.

We verzorgen faalangstreductietraining voor groepen en individuele leerlingen. De groepstraining is met name voor eerste brugklassers geschikt. In deze training is aandacht voor ontspanningsoefeningen en kleine groepspresentaties. Met oefeningen en cognitieve gedragstherapie (GGG denken) leren de leerlingen om hun negatieve gevoelens en gedachten te relativeren en om te zetten in positieve gedachten. De training bestaat uit 8 tot 10 bijeenkomsten. De mentor meldt de leerling aan voor de groepstraining. Meestal doet hij dit op basis van de uitslag van de Schoolvragenlijst.

De individuele training is voor leerlingen uit hogere leerjaren die last hebben van faalangst. Hij bestaat meestal uit minder bijeenkomsten dan de groepstraining.De mentor meldt de leerling aan voor de training. De zorgcoördinator/orthopedagoog beoordeelt de aanvraag.

Leerlingbegeleiding

Alle  leerlingen met een sociaal-emotionele hulpvraag kunnen gebruik maken van leerlingbegeleiding. Ze hebben bijvoorbeeld vragen over rouwverwerking, studieproblemen, problemen in de thuissituatie, problemen met klasgenoten (sociale vaardigheden, pestproblematiek), of problemen met hun welbevinden. De mentor dient een aanvraag in voor de leerlingbegeleiding. Het gaat hierbij meestal om relatief korte trajecten. De leerlingbegeleider probeert eerst zelf samen met de leerling een adequaat antwoord te vinden op de hulpvraag. Bij complexere problematiek zal de zorgcoördinator doorverwijzen naar een externe instantie.

Schoolmaatschappelijk werk

De schoolmaatschappelijk werker vormt de brug tussen leerling, ouders, school en hulpverleningsinstellingen. Hij is bij ons gedetacheerd vanuit de gemeente. Samen met de zorgcoördinator is de schoolmaatschappelijk werker de contactpersoon voor hulpverleningsinstellingen. Hij voert op verzoek van het zorgteam gesprekken met leerlingen en ouders. Deze gesprekken kunnen oplossingsgericht zijn, maar kunnen ook gaan over doorverwijzing naar externe instanties.

De hulpvragen waarmee leerlingen bij het schoolmaatschappelijk werk terechtkomen, lijken op de vragen die de leerlingbegeleider krijgt. Het verschil is dat de ouders actiever worden betrokken in het traject.